Verbeelding en moslimjongeren
De onthoofdingsvideo's die IS de afgelopen jaren heeft geproduceerd, doen de vraag rijzen hoe jonge moslims er tegen aankijken. Dit project in opdracht van de Nationale Politie laat zien dat Nederlandse moslims zulke beelden scherp veroordelen. Verder hebben ze verrassend veel affiniteit met de beeldwereld die uit Hollywood afkomstig is. Zo zou de verbeelding op een indirecte wijze voor meer verbinding in plaats van meer afstand kunnen zorgen.
Verbeelding als omweg
Hieronder volgen de conclusies uit het onderzoek dat we tussen september 2016 en februari 2017 naar Afketsende verbeeldingswerelden hebben verricht. We wilden nagaan hoe Nederlandse jongeren met een moslimachtergrond en een politieachtergrond tegen films en tv-series aankijken. Ons uitgangspunt was dat de verschillen tussen beide groepen behoorlijk groot waren en dat dit ook in hun omgang met films, video’s en tv-series zou doorwerken. Dat verklaart waarom we ons project de genoemde titel meegaven.
In feite hanteerden we een dubbele vraagstelling. Ten eerste vroegen wij ons af of moslimjongeren en politiestudenten in hun kijkgedrag verschillende voorkeuren aan de dag leggen. Die vraag ligt voor de hand omdat Westerse films en series vaak uit Amerika afkomstig zijn terwijl de filmpjes en video’s van IS in het Midden Oosten geproduceerd worden. Het zou niet vreemd zijn als jongeren met een moslimachtergrond relatief veel belangstelling voor de laatste soort hebben en zich vaker aan Amerikaanse producties ergeren. Gegeven het feit dat verreweg de meeste politiestudenten een autochtoon Nederlandse achtergrond hebben zou het tegendeel op hen van toepassing kunnen zijn. Anders gezegd: onze eerste vraag luidde in hoeverre er verschillen in kijkgedrag of waardering tussen beide groepen optreden.
Ten tweede vroegen we ons af wat beide groepen met elkaar gemeen hebben als het om hun dagelijkse leven gaat. Ook dat lag voor de hand omdat we bewust gezocht hadden naar jongeren tussen 18 en 25 jaar die in een grootstedelijke omgeving wonen en/of werken.
Om beide vragen te beantwoorden hebben we ons onderzoek in twee delen opgeknipt. Doel van het eerste deel was om meer nauwkeurig te bepalen wat enkele in het Midden Oosten geproduceerde video’s en de meer Amerikaans gerichte verbeelding met elkaar gemeen hebben. Reagerend op een aantal door IS gefilmde onthoofdingen en andere wervende boodschappen hebben commentatoren vaak gewezen op de overeenkomsten met films uit Hollywood. Het leek ons van belang om na te gaan of deze gedachte houdbaar is en wat eventueel de specifieke aard van beide beeldwerelden uitmaakt. Dat is gebeurd in de hoofdstuk 5 en 6 waarvan we de bevindingen hieronder beknopt weergeven.