Nadelen van culturele diversiteit
Nu men overal in het publieke leven meer diversiteit nastreeft, kan het geen kwaad erop de wijzen dat we ook vele waarden met elkaar delen. Zonder een dergelijke common ground is de vreedzame samenleving niet goed mogelijk. Daarom denk ik dat we met het bevorderen van eigen identiteiten terughoudend moeten zijn. Ik zou meer common sense willen: gezond verstand in combinatie met het besef dat we bepaalde waarden met elkaar gemeen hebben
Diversiteit alleen is nooit genoeg
Het meest opmerkelijke verschijnsel van de moderne samenleving is haar enorme diversiteit. Twee minuten in een willekeurige winkelstraat volstaan om daarvan overtuigd te zijn. Mannen en vrouwen, ouderen en jongeren, rijk en arm, mensen met en zonder handicap, donker- en lichtgekleurde burgers, haastige lieden en slenteraars… het loopt allemaal even soepel door elkaar. Geen wonder dat menigeen deze situatie als een normaal gegeven ziet.
Maar hoe vanzelfsprekend is het eigenlijk dat mannen en vrouwen elkaar met rust laten? Dat rijke en arme burgers probleemloos door elkaar lopen? Dat verschillen in huidskleur of geloof geen onoverkomelijk probleem vormen? Volgens mij spreekt dit allerminst voor zich. Deze soepele omgang met verschillen is veeleer de uitkomst van veelvuldig oefenen en kan zonder een gedeelde code niet bestaan. Ze berust onder meer op het besef dat mensen gelijkwaardig zijn. Dat besef wordt tegenwoordig door een groot deel van de bevolking gedeeld. Het is niet voor niets dat artikel 1 van onze grondwet over dat beginsel gaat en er zijn talloze burgers die dat serieus nemen.
Zo laat het moderne leven ons twee gezichten zien. Er zijn enerzijds verschillen van opvatting die vooral naar voren komen als men in discussie gaat maar er zijn ook gedeelde waarden die maken dat er zoiets als een samenleving kan bestaan. Het begrip samenleving zou weinig voorstellen als mensen inderdaad niets met elkaar gemeen hadden. In feite gaat het altijd om de vraag hoe processen van differentiatie en van integratie op elkaar inwerken. Dat neemt niet weg dat de aandacht vooral uitgaat naar differentiatie of diversiteit terwijl dat andere proces relatief onzichtbaar blijft. Welke omstandigheden droegen daartoe bij?