Waarheid staat vaker onder druk
Er zijn twee soorten waarheden die wij al eeuwen koesteren: wetenschappelijke kennis die inzicht in realiteiten buiten onszelf geeft en moreel besef dat leert welke waarden we in onszelf meedragen. Ze staan inmiddels onder druk omdat zich ook andere zaken opdringen. Denk aan de democratische waarheden die met publieke meningsvorming verband houden en commerciële waarheden die uit de expansie van marktwerking voortvloeien. Hoe vinden we een overtuigend evenwicht tussen deze aanspraken die elkaar ten dele uitsluiten? Mee gaan met de waan van de dag is het slechtste wat we kunnen doen.
Waarom de waarheid onder druk staat
Jezus zei: ‘Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen, en ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat ik zeg’. Hierop zei Pilatus: ‘Maar wat is waarheid?’ (Joh.18: 37-38).
Sinds de Romeinse machthebber zijn befaamde vraag stelde, hebben duizenden filosofen en geleerden naar een antwoord gezocht. Het is evident dat we hun zoektocht in een bijdrage als deze geen recht kunnen doen. Ik beperk me daarom tot het schetsen van vier houdingen die zich in het Westen achtereenvolgens hebben gemanifesteerd en die nog altijd van belang zijn als men zich buigt over de vraag wat we onder waarheid moeten verstaan.
Mijn aandacht gaat vooral uit naar de manier waarop wetenschappers en andere professionals met kennis omgaan, al is het onvermijdelijk om ook iets te zeggen over de invloed die morele, commerciële en politieke ambities in deze uitoefenen. De tijd dat wetenschappers zich konden terugtrekken in hun eigen domein is immers voorbij met als gevolg dat de druk van burgers, overheden dan wel bedrijven in vrijwel elk vakgebied merkbaar is. Deze niet-wetenschappelijke actoren houden graag aan hun eigen inzichten vast en dat maakt de zaak niet gemakkelijker. Alvorens daarop in te gaan, wil ik iets over waarheid in meer algemene zin zeggen.
Ik spreek van waarheid als er een duurzame relatie tussen het denkbare en het waarneembare bestaat. Deze zienswijze houdt drie zaken in. Ten eerste dat er een onderscheid te maken is tussen het denkbare en het waarneembare. Tot de ene sfeer behoren zaken als uitspraken, theorieën, ideeën, modellen, vermoedens, verhalen, denkbeelden en meer algemeen alles wat de menselijke verbeelding op eigen kracht kan voortbrengen. Tot de andere sfeer behoren zaken als observaties, metingen of eigen ervaringen maar ook de data die we met behulp een enquête of geavanceerde apparatuur in de echte wereld verzamelen.
Om een voorbeeld te noemen: tot de sfeer van het denkbare behoort het idee dat de zon morgen om 13.45 uur onder zal gaan. Het waarneembare daarentegen verwijst naar het tijdstip waarop de zonsondergang zich voor onze ogen voltrekt. Ik onderschrijf de bekende wetenschapsfilosofische these dat waarnemen en denken voortdurend op elkaar inwerken maar ik houd vol dat het denkbare en het waarneembare zich niet volledig tot elkaar laten herleiden.